VG35

In streng geregeerde patriarchale landen is er vaak een groot verschil tussen arm en rijk. Armen en kanslozen worden in sommige delen van de wereld van hun woongrond verjaagd. Ze leven in krotten op de afvalbergen van de rijken. Kennis of andere mogelijkheden op een beter leven worden hen door een godsdienst of staat ontnomen. De bevolking is arm en onderontwikkeld, en vrouwen zijn er afhankelijk van de man.

Vrouwen mogen niet aan geboortebeperking doen. Kinderen zijn geen gift van de natuur die gekoesterd worden, kinderen zijn er niet gewenst, maar overkomen je. Bij hun geboorte zijn ze vaak al kansloos. Vrouwen hebben er geen recht op hun eigen lichaam of kinderwens. Kinderen krijgen een leven zonder enig perspectief. Ze hebben meestal geen andere bestaansmogelijkheid dan criminaliteit. Het recente verleden heeft geleerd, dat als er een groot aantal jonge mannen zonder bestaansmogelijkheden zijn dit tot oorlog kan leiden. Geweld is dan een middel tot status en bezit. Soms propageert men er de heilige oorlog. Voor de vele jonge mannen is dit dan de enige uitweg. Op aarde is er voor hen geen mogelijkheid op een goed leven dan maar een leven na de dood.

Een gezin dat maar één zoon heeft, zal hem niet zomaar willen opofferen in een oorlog. Bij veel kansarme mensen met een uitzichtloos leven is dat anders. Komt er dan een leider of godsdienst die oorlog verheerlijkt met ook nog roem, eer, of een geweldig leven na dit aardse bestaan, dan zullen ze die mogelijkheid aangrijpen. Er lijkt voor hen geen andere mogelijkheid.